Israël
Het Oude Testament.
Aardse beelden en hun geestelijke betekenis.
Deze natuurlijke beelden uit het O.T. dienen als voorbeelden voor geestelijke werkelijkheden. In het O.T. is veel opgetekend in natuurlijke beelden. De natuurlijke mens begreep alleen de natuurlijke betekenis van deze beelden. Pas later, na de uitstorting van de H.Geest kon de mens de werkelijke, geestelijke betekenis volledig begrijpen. Er staat geschreven: "eerst komt het natuurlijke en daarna het geestelijke" (1Kor.15:44-48). Adam als natuurlijk mens was bijvoorbeeld reeds een schaduwbeeld van de laatste Adam, Jezus Christus (1Kor.15 :45). Jezus zei tegen de schriftgeleerden: gij zijt van beneden, Ik ben van boven. Zo kunnen we veel natuurlijke voorbeelden uit het O.T. vergelijken met de geestelijke werkelijkheden, zoals deze ook verklaard worden in het N.T. Denk bv. aan: een aards Jeruzalem en een hemels Jeruzalem; een aardse tempel en een hemelse Tempel; de natuurlijke offers en het Offer op Golgotha; er was een gordijn in de tempel als een beeld dat de toegang tot het allerheiligste, waar God woonde, geblokkeerd was; na Golgotha was dit kleed gescheurd als een teken daarvan dat de weg naar God weer geopend was; zoals Jona drie dagen in het binnenste van het zeemonster was, zo zou Jezus drie dagen in het hart der aarde zijn; het beloofde land waar Abraham naar toe ging en dat later ook aan de Israëlieten werd beloofd, was een schaduwbeeld van het komende Koninkrijk Gods en van de Gemeente, de Kerk van Jezus Christus. Een belangrijk voorbeeld voor het geestelijke volk, de Gemeente, is de weg die het natuurlijke volk Israël is gegaan. In de brief aan de Korintiërs staat dat dit opgetekend is als een voorbeeld en waarschuwing voor ons, de Gemeente, dus voor ieder wedergeboren christen. Het natuurlijke volk Israël, was een schaduwbeeld van het hemelse volk, de Gemeente! Een deel van het volk Israël bleef echter ongelovig.
Begin van het natuurlijke en het geestelijke volk.
a. Het geestelijke volk.
De eerste mens werd geschapen naar Gods beeld. Hij had kontact met God en God kon kontact hebben met de mens. Na de zondeval was de relatie verbroken en God kon niet meer één zijn met de mens. Maar God beloofde al dadelijk dat de veroorzaker van de scheiding uitgeschakeld zou worden. We weten dat deze belofte sloeg op het offer dat Jezus op het kruis zou volbrengen. Jezus offer bewerkte verzoening voor de zonde van de mensen. De weg naar God ging toen weer open. De H.Geest werd uitgestort en de gemeente van Jezus Christus werd een realiteit. De H.Geest kon in het hart van iedere gelovige de overwinning geven over de oude, zondige natuur. Een groot deel van de israelieten geloofde niet in Jezus als de Messias, ze werden als de heidenen. Vanuit de wedergeboorte kon de mens opgroeien tot geestelijke volwassenheid in volmaakte eenheid met Christus en God. Ook de gelovigen uit het O.T. krijgen door de werkelijkheid van het offer op Golgotha deel aan Gods Koninkrijk. We weten ook, dat het leven van ieder wedergeboren christen in deze duistere wereld, waar de macht der duisternis de wereldbeheerser is, gepaard gaat met veel tegenstand en veel (geloofs)strijd. Ieder kind van God kan te maken krijgen met verleidingen, valse leringen, moeilijk te overwinnen zonden en andere moeilijkheden en valstrikken. Ook moet hij leren om Gods stem te verstaan. Hij heeft een leidraad nodig om te kunnen nagaan wat werkelijk Gods stem is. Om de geestelijke weg naar Gods Koninkrijk te kunnen vinden, heeft God een beschrijving gegeven van het leven van een aards volk met veel natuurlijke voorbeelden, die zichtbaar en waarneembaar waren. Het leven van dit volk, de Israëlieten, is voor de Gemeente opgetekend als schaduwbeeld en waarschuwing.
b. Het natuurlijke volk.
Het aardse volk Israël, is een schaduwbeeld van het hemelse volk de Gemeente. Bij het ontstaan van het volk Israël treffen we dezelfde typen/schaduwbeelden aan, die we in werkelijkheid tegen komen bij de vorming van de kerk van Jezus Christus. Zoals God onze Vader is wordt ook Abraham de vader genoemd van alle gelovigen. Hij offerde zijn enige zoon, Isaak, waar een belofte op lag van een eeuwig nageslacht. Abraham vertrouwde dat God hem (Isaak) zelfs uit de dood kon terughalen (Heb. 11:18). Isaak, als beeld van Jezus, gaf zijn leven vrijwillig op het altaar. Isaãk was in de kracht van zijn leven (volgens berekeningen tussen de 35 en 40 jaar) en zijn vader een oude man. We mogen daarom aannemen dat hij zijn vader volkomen gehoorzaam wilde zijn. Hij gaf zijn leven op het altaar, omdat hij wist dat er een belofte van (natuurlijk) nageslacht was en ook hij vertrouwde dat God dit waar zou maken. Ook Jezus had, evenals Isaak, een belofte van nageslacht als Hij zijn leven zou offeren.
(Jes.53:10):" wanneer Hij zijn leven heeft geofferd voor de zonde, zal Hij talloze [geestelijke] nakomelingen krijgen"; vele erfgenamen).
Na dit 'offer' van Isaak kwamen er nakomelingen, hij trouwde met Rebekka en Esau en Jacob werden geboren. Jacob verkreeg het eerstgeboorte recht en de zegen van zijn vader Isaäk. Zijn tweelingbroer Esau verachtte het eerstgeboorterecht en koos voor de natuurlijke begeerte, de linzen soep.
De Israëlieten, het nageslacht van (Jacob)Israël, zijn als volk een duidelijk schaduwbeeld van de kerk van Jezus Christus. Het gehele O.T. handelt verder over de gebeurtenissen die dit volk meemaakte en die opgeschreven zijn tot een voorbeeld en waarschuwing voor ons, de Gemeente. De Gemeente kan in de geestelijke wereld hetzelfde verwachten als het volk Israël in de natuurlijke wereld meegemaakt heeft. De schrijver legt uit dat Jezus de werkelijke hemelse Hogepriester is. De aardse hogepriester Kajafas scheurde zijn klederen toen Jezus hem antwoorde dat HIJ de Zoon van God was. Een gescheurd hogepriesterlijk kleed, betekende het einde van het hogepriesterschap. Lev. 21:10. Jezus kon nu de nieuwe Hogepriester worden van een hemels volk ,de Gemeente. Zelfs in de Op. aan Johannes worden veel beelden beschreven die reeds in het O.T. vermeld zijn. De eerste christenen hadden alleen het O.T. om na te gaan wie Jezus was en hoe ze een kind van God konden worden. Ze gingen dan ook dagelijks de schriften na (Han 17:11) en ontdekten dat Jezus werkelijk de beloofde Messias was! Petrus en de andere apostelen en ook Paulus predikten uit het O.T. Dat was voor hun 'De Bijbel'. De eerste gemeenten hadden als 'bijbel' het O.T. plus hetgeen ze over Jezus gehoord hadden
Het natuurlijke volk en de betekenis voor de Kerk.
- Egypte. Het volk Israël werd in Egypte verdrukt en moest slavenarbeid verrichten. Het kon in eigen kracht niet uit de slavernij komen. Het werd verlost onder aanvoering van Mozes. De verderfengel ging rond in het land Egypte om iedere eerstgeborene van mens en dier te doden. De eerstgeborene is een teken van nageslacht, van overleven. Er was voor de verderfengel slechts één teken dat hem verhinderde om zijn kwade praktijken te kunnen uitvoeren: het bloed van het lam dat geslacht moest worden. Het bloed moest zichtbaar aan de ingang van de woning worden aangebracht. Onder de Egyptenaren werd dood en verderf gezaaid maar de Israëlieten bleven gespaard dank zij het bloed en konden in vrijheid vertrekken. De weg naar het beloofde land lag open. De Israëlieten worden hier reeds Gods volk genoemd en Mozes koos voor 'de smaad van Christus' ( Heb. 11:25/6). De schrijver van de Hebreeën brief had er geen enkele moeite mee om in het Israëlische volk het beeld van Christus en de Gemeente te zien.
- Het lam dat geslacht moest worden was een schaduwbeeld van het Lam dat op Golgotha geslacht zou worden. Alleen het bloed van Jezus redt van de eeuwige dood. Het moest een gaaf lam zijn zonder enig gebrek en de beenderen mochten niet gebroken worden. Ook Jezus was gaaf - zonder zonde - en zijn beenderen werden op het Kruis niet gebroken, dit i. t. t. de benen van de twee andere gekruisigden.
-
- De doortocht door de Rode Zee was alleen mogelijk door een wonder. Ze moesten geloven dat God een wonder zou verrichten. Het is een beeld van de doop. Door de doop geloven wij dat we met Hem gestorven en opgestaan zijn in een nieuw leven. We zijn verlost van de slavernij en kunnen in de kracht van de H.Geest heersen over ons oude leven en heersen over de onderdrukkers. Voor de Egyptenaren werd de Rode Zee de ondergang.
- Door geloof konden ze de Jordaan oversteken en het beloofde land binnen gaan. Alleen door geloof kan men het Koninkrijk Gods binnen gaan.
Mozes als vertegenwoordiger en beeld van de wet kon het land niet binnengaan. Hij stierf voordat het volk de Jordaan overtrok. In het beloofde land, als schaduwbeeld van het Koninkrijk Gods, heeft de wet geen autoriteit meer. De wet is in Christus vervuld, eigenlijk buiten werking gesteld. De eerste (in) tocht van het volk was een beeld van het natuurlijke (eigen kracht), de tweede intocht een beeld van het geestelijke (door het geloof).
Het beloofde land
In het beloofde land moest het volk Israël nauwkeurig uitvoeren wat God door Mozes gezegd had. Als ze dat niet deden zouden ze geen overwinning hebben over de vijanden, ja ze konden zelfs uit het land verdreven worden.
- Het gehele volk moest eerst besneden worden. Het was een schaduwbeeld dat de oude zondige natuur in het Koninkrijk Gods geen bestaansrecht meer heeft, deze moet voor dood gehouden worden. Later wordt dit door Paulus de besnijdenis van het hart genoemd, beeld van de wedergeboorte..
- Daarna vierde het volk het pascha. Het bloed van het lam had hen in Egypte gered van de dood. Het was een schaduwbeeld van het bloed van het Lam Gods dat op Golgotha stierf voor de zonden van de wereld. Pascha, is een heenwijzing naar het kruis. Dank zij het kruis is er een overgang van het oude zondige leven naar het gerechtvaardigde leven in Christus. Ook het natuurlijke brood, het manna, was niet meer voorhanden. In Gods Koninkrijk is Jezus het ware Brood.
- Alle inwoners in het beloofde land (de Kanaänieten, deze waren door Noach vervloekt) moesten, omdat hun zonden veel waren, vernietigd worden. Als Israël dat niet deed zouden de oude volken voor hen tot "dorens en distels worden". Geestelijk gezien betekent dit dat de machten der duisternis overwonnen moeten worden, maar ook dat we geen deel mogen hebben aan de zonden van de wereld. In het Koninkrijk van God moet iedere macht der duisternis onder de voeten van Jezus en van de Gemeente worden gelegd. Tenslotte heeft Jozua het gehele beloofde land verdeeld onder de stammen van Israël. Hij zei toen: alle goede beloften die de Here aan u gedaan heeft, zijn vervuld geworden. Niet één belofte is onvervuld gebleven. Mozes had reeds aan de overzijde van de Jordaan aan een paar stammen land toebedeeld.
Joz. 21:43 Zo heeft de Here aan Israël het gehele land gegeven, dat Hij gezworen had hun vaderen te zullen geven; zij namen het in bezit en gingen er wonen. 45 Niet een van alle goede beloften, die de Here aan het huis van Israël had toegezegd, is onvervuld gebleven; alles is uitgekomen.
- Natuurlijk werd het uitverkoren volk gewaarschuwd geen afgoderij te plegen, geen gesneden beelden te maken, geen gewijde palen en offerhoogten op te richten of andere zonden te plegen. Als ze dit wel deden zouden ze geen stand kunnen houden tegen de vijanden,
- De beschrijving van het natuurlijke volk Israël eindigt met het O.Testament. Er brak een nieuw tijdperk aan. Het schaduwbeeld voor de Gemeente van Jezus Christus was gerealiseerd. We weten dat de zeer nauwkeurige en uitgebreide beschrijving van het natuurlijke volk Israël voor ons opgetekend is als een voorbeeld om ons inzicht te geven in de vorming van Gods Koninkrijk en de vorming van de Gemeente. Tot de komst van Jezus wordt er 400 jaar lang niets van het volk Israël beschreven. -
Het Nieuwe Testament
Het hemelse volk
Met de komst van Jezus Christus in de wereld begon het Koninkrijk Gods op aarde 'zichtbaar' te worden. De profeten in het O.T. hadden tot het volk Israël gesproken dat de Messias komen zou, waar Hij zou worden geboren en waar Hij zou opgroeien. Ook over zijn leven en sterven was veel voorspeld. Met de komst van Jezus begon een geestelijk rijk met een geestelijk volk duidelijk zichtbaar te worden. Het was voor een natuurlijk mens een onzichtbaar koninkrijk. Jezus zei: Ik ben van boven, gij zijt van beneden, Jezus zei: mijn koninkrijk is niet van deze wereld. Jezus zei na zijn opstanding: Ik vaar op tot mijn God en tot uw God, tot mijn Vader en tot uw Vader en Ik wil dat waar Ik ben ook gij zult zijn (Joh. 20:17). Jezus sprak ook een geheel andere taal, Hij sprak over de geestelijke dingen, de geestelijke werkelijkheid. Toen Jezus kort voor Pasen opging naar Jeruzalem en de stad zag liggen weende Hij over haar en zei: Jeruzalem Gods eeuwige vrede lag binnen uw bereik, maar u hebt er niets van willen weten (Luk. 19:42/44 HB). God heeft u de kans gegeven maar u hebt die voorbij laten gaan. In de voorhof van de tempel waar geofferd moest worden, joeg hij de offerdieren weg. Toen de joden Jezus vroegen met welk recht doet u dit? antwoordde Jezus: breek deze tempel af en in drie dagen bouw Ik een nieuwe (Joh. 2:19). Jezus had dus het recht om deze natuurlijke schaduwbeelden te laten verdwijnen. Later zegt Jezus dat Jeruzalem verwoest en dat de inwoners over de hele wereld verstrooid zouden worden. Ongelovige volken zullen de stad bezetten tot dat ook hun tijd gekomen is en Gods Koninkrijk begint (Luk. 21:20-24).
Jezus wilde duidelijk maken dat de offeranden, de tempel, de plaats Jeruzalem en het volk een schaduwbeeld waren en als zodanig van geen betekenis meer waren. Jezus was het werkelijke offerlam, de Gemeente was de tempel voor de H. Geest en er was een hemels Jeruzalem en een geestelijk beloofd land: het Koninkrijk Gods . Omdat de (meeste) Joden Jezus niet (h)erkenden begrepen ze ook de betekenis van Jezus woorden niet. In het jaar 70 na Chr. zijn Jezus woorden vervuld en is Jeruzalem totaal verwoest en het volk verdreven. Men moest niet meer terug kunnen keren tot de natuurlijke schaduwbeelden. Ook het belangrijkste teken de besnijdenis die zij ondergaan hadden was alleen een heenwijzing naar de werkelijke besnijdenis welke Jezus aan het Kruis zou volbrengen. Hij zou in zijn lichaam het 'vlees' wegdoen. We lezen ook nergens over een herstel van deze natuurlijke schaduwbeelden. Paulus waarschuwde er voor om niet terug te keren tot de besnijdenis, ze zouden dan los van Christus zijn en Christus zou hun dan geen nut meer kunnen doen. Als de tempel na de verwoesting weer had moeten worden herbouwd, zou Jezus dit feit dan niet genoemd hebben? In Jezus waren alle dingen vervuld. Met de komst van Jezus werd de geestelijke werkelijkheid openbaar en dat was het enige dat nog belangrijk was.
Het natuurlijke volk en Jezus.
Voor het natuurlijke volk de Israëlieten, was deze verandering van denken natuurlijk moeilijk. De leiders van het volk verwachtten een messias die een aardse koning zou worden. Hij zou hun leider zijn. Ze hadden zichzelf al een hoge positie in het nieuwe koninkrijk toegemeten.
Van voorbeeld naar hemelse werkelijkheid.
Met de uitstorting van de H.Geest werd de kerk van Jezus Christus werkelijkheid. Ieder die geloofde in het offer van Jezus werd gered. Dit gold voor jood en heiden, voor besnedene en onbesnedene, er was geen onderscheid. Er was geen andere weg tot de Vader dan door Jezus Christus. Het was een weg van geloof in het volbrachte werk van Jezus.. Ze geloofden liever in de natuurlijke mogelijkheden dan alleen op Gods genade te vertrouwen. Ook in de gemeente van Jezus Christus, die bestond uit gelovige Joden en gelovige heidenen, later samen christenen genoemd, waren er later telkens weer leden die trachten iets van het natuurlijke (schaduwbeeld) in de kerk te brengen. Ook nu nog zijn er veel denominaties in de kerk, die vast houden aan (de letterlijke betekenis van) wetten, geboden en verboden, de sabbatsviering, en rituelen en schaduwbeelden uit het O.T.
Waarom schaduwbeeld?
We hebben nu gezien dat de beschrijvingen in het O.T. en in het bijzonder die van het volk Israël een schaduwbeeld zijn van Jezus Christus en zijn Gemeente. Het sterven van Jezus aan het kruis maakte voor ieder mens, een eeuwige scheiding tussen het oude natuurlijke leven en het geestelijke leven in Christus. De oude natuurlijke zondige mens stierf met Jezus aan het kruis. De wedergeboren geestelijke en gerechtvaardigde mens stond met Jezus op uit de dood. Als de wedergeboren christen z'n oude natuur niet voor dood houdt en daar niet los van komt, belemmert dat zijn geestelijke groei tot volwassenheid (hij maakt zijn doop niet waar). Als de gemeente van Christus, bestaande uit wedergeboren christenen, zich weer identificeert met het natuurlijke volk en waarde hecht aan de natuurlijke schaduwbeelden is ze verkeerd bezig. De Gemeente is de nieuwe tempel van de H.Geest. De Gemeente is het nieuwe Jeruzalem nederdalende uit de hemel. De Gemeente is uit God geboren en onze wortels liggen in God. Jezus is de eerste die uit de dood opstond en Hij noemt ons zijn broers(Joh 20:17). Jezus is daarom onze oudste broer. Met de komst van Jezus was de voorbeeldfunctie van het natuurlijke volk Israël niet meer nodig. Jezus zei: breek deze tempel af want Ik bouw in drie dagen een nieuwe. Na de uitstorting van de H.Geest op de Pinksterdag, zei Petrus tot de Joden afkomstig uit alle delen van de wereld, bekeert u en laat u dopen. Dopen is het beeld van het achterlaten van het oude leven en opstaan in het nieuwe leven met Christus. Als alle Joden als volk gehoorzaam geweest waren, was er geen Joods volk meer geweest, maar alleen christenen samen met de christenen uit de heidenen. Een deel van het joodse volk heeft geloofd in de Here Jezus en ook een deel van de heidenen heeft maar in Jezus geloofd. Doch iedere jood en iedere heiden kan door Gods lankmoedigheid nog steeds tot Christus komen. We weten ook dat de meeste Israëlieten vast hielden aan de aardse en natuurlijke beelden. Ze geloofden niet in het volmaakte offer van het Lam Gods.
Later zien we in de Christen Gemeente, die bestond uit gelovige/bekeerde Israëlieten en tot geloof gekomen heidenen, dat men wel geloofde in Jezus als Verlosser, maar daar naast ook nog vasthield aan bepaalde overleveringen en rituelen uit het oude verbond. Men ging ze zelfs opnieuw invoeren; denk aan de besnijdenis. Het is voor de mens een grote verleiding om telkens weer zijn vertrouwen te stellen op zijn eigen vlees. Iets natuurlijks waar hij op kan steunen. Paulus gaat dan in de brief aan de Galaten op basis van de beschrijvingen van het O.T. uitleggen wat de werkelijke betekenis is van de besnijdenis en van de wet. Het natuurlijke in mij is de grootste vijand van het geestelijke in mij. Een wedergeboren christen kan veel weerstand onder vinden van de natuurlijke, naam christen. In traditionele, wettische kerken (RK, Orthhdoxe- en ook Ref. kerken) is vaak weinig ruimte voor de mens die een levende getuige van Jezus wil zijn.
Jezus terugkomst tot de kerk.
De komst van Jezus tot het natuurlijke volk Israël en ook de wijze waarop Jezus over zijn eigen volk spreekt, kan ons inzicht geven hoe het geestelijke volk, de kerk, er uit zal zien als Jezus terugkomt. Jezus werd als natuurlijk mens niet aanvaard door de geestelijke leiders van zijn volk. Ze verwachten een andere Messias, een die aan hun verwachtingspatroon zou voldoen en hen zou waarderen om wie ze waren. In Mat. 23 waarschuwt Jezus zijn discipelen en de scharen: "pas op voor de schriftgeleerden en godsdienstleraars, luister wel naar de wat ze zeggen uit de wet van Mozes, maar doe niet overeenkomstig hun werken en de uitlegging van de schriften. Ze vinden zichzelf geweldig belangrijk en stellen zich op als heersers/leiders van het volk". Maar Jezus noemt ze huichelaars, ze beletten de mensen om het koninkrijk van God binnen te gaan en zelf gaan ze er ook niet in omdat ze Jezus niet aanvaarden. Ze zijn blinden die blinden leiden. Als iemand belijdt in Jezus te geloven, dreigen ze met uitzetting uit de synagoge. Jezus noemt hen slangenzaad die niet aan het oordeel van de hel zullen ontkomen.
Joh.16:2 Want de Joden zullen u niet alleen uit de synagoge gooien, maar zelfs doden; en dan denken zij ook nog God daarmee een grote dienst te bewijzen. Zij zullen dat doen, omdat zij de Vader en Mij niet kennen.
We weten dat een klein deel van het volk en ook een deel van de schriftgeleerden wel in Jezus geloofden maar er nauwelijks voor uit durfden te komen. Als Jezus voor de tweede maal terugkomt tot zijn eigen geestelijke volk, de kerk, zal Hij dan niet dezelfde waarschuwende woorden moeten spreken?
Samenvatting.
We hebben gezien dat het natuurlijke volk Israël een voorafschaduwing is van de Gemeente van Jezus Christus. Er ligt een bedekking over het O.T. Alleen in Christus wordt die bedekking weggenomen. Jezus zei: het zijn de wet, de profeten en psalmen welke van Mij getuigen(Luk 24:44, Joh 5:39). Niet het aardse volk van God is de werkelijkheid, maar het onzichtbare geestelijke volk, de Gemeente is Gods uitverloren volk en bestaat voor eeuwig. De apostelen en Paulus predikten Jezus uit het OT. Niet de natuurlijke offeranden, niet de natuurlijke besnijdenis, niet het natuurlijke water uit de rots, niet het natuurlijke beloofde land en niet de belofte aan Abraham van een natuurlijk nageslacht, was de werkelijkheid, niet de natuurlijke tempel, niet het natuurlijke Jeruzalem, maar de geestelijke betekenis die God hiermee wilde duidelijk maken voor de Gemeente, is een eeuwige werkelijkheid, volbracht in Jezus Christus. Jezus was de laatste Adam. In Hem was de wereld geworden, in Hem is de zondige wereld aan het kruis gebracht en met Hem gestorven. In Zijn opstanding kon de nieuwe aarde een werkelijkheid worden. Hij is de eerstgeborene van de ganse (nieuwe) schepping. Jezus is onze oudste broer.
Na de opstanding van Jezus kreeg het, uit de gehele wereld verzamelde Joodse volk, door de H.Geest in hun eigen taal te horen: bekeert u, laat u dopen, en ge zult de H.Geest ontvangen. (hand 2:39) Ze werden als natuurlijk volk geroepen om in de opstanding van Jezus te geloven en als een wedergeboren, geestelijk volk het Koninkrijk der Hemelen binnen te gaan en de blijde boodschap aan de gehele wereld te verkondigen. De gerechtvaardigde mens in Christus is voor eeuwig verlost van de in zonde gevallen natuurlijke mens en van de in zonde gevallen wereld. Een deel van het natuurlijke volk Israël heeft gekozen voor Jezus als Verlosser; maar ook een groot deel bleef ongelovig en vervolgde hun gelovige landgenoten. De eerste Christen gemeente (5000 gelovigen) werd door de ongelovige joden verwoest. De eerste komst van Jezus was als natuurlijk mens tot een natuurlijk volk. Het was een voorafschaduwing van zijn tweede komst. De terug komst van Jezus is geestelijk tot een 'geestelijk' volk (de kerk). De Gemeent van Jezus Christus wordt gevormd uit elke stam en natie en (ook joodse) volk. Zo zal gans (geestelijk) Israel behouden zijn(rom 11: 25).Laten we ons als geestelijk volk niet meer vasthouden aan welk natuurlijk schaduwbeeld dan ook.
Col 3:11 waarbij geen onderscheid is tussen Griek en Jood, besneden of onbesneden, barbaar en Skyth, slaaf en vrije, maar alles en in allen is Christus.
Alleen Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven.Gods (Gal.6:16)
**************************
M Pr. Nov. 2011
↑ Terug naar boven