Geestelijke onderwerpen

Welkom

op de site van Mart Prins

Bijbelstudies

over belangrijke bijbelse onderwerpen

  1. De Christelijke Doop
  2. Israel en de Gemeente
  3. Israel
  4. Schaduwbeeld en werkelijkheid

[javascript protected email address]

    Israël en de Gemeente.
De verhouding Jood /Christen.

Een Jood of Israëliet gelooft in de letterlijke betekenis van de schriften van het O.T. (denk aan Paulus voor zijn bekering). De jood gelooft in de mogelijkheid om gerechtvaardigd te worden door volgens de regels en wetten van het O.T. te leven. ?De ongerechtigheid die bij de zondeval in zijn hart is gekomen, kan door een nauwkeurig leven volgens de wet teniet gedaan worden. Eventueel door het brengen van (zond)offers?. Een christen is iemand die tot bekering gekomen is. Hij/zij is uit God geboren. Hij kan afkomstig zijn uit het Jodendom of uit de heidenen. (Paulus, een jood, werd na zijn bekering een christen). Petrus en de andere apostelen waren (joodse) christenen. Timotheüs was een christen uit de heidenen. Hij/zij is wedergeboren door het aanvaarden van het offer dat Jezus aan het kruis volbracht door zijn dood en opstanding.           

            Han.2:36 Laat het hele volk van Israël er daarom zeker van zijn dat Jezus, die u gekruisigd hebt, door God tot Heer en Messias is aangesteld. 37 Toen ze dit hoorden, waren ze diep getroffen en vroegen aan Petrus en de andere apostelen: "Wat moeten we doen, broeders"? 38 Petrus antwoordde: Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden". 40 Ook op nog andere wijze legde hij getuigenis af, waarbij hij een dringend beroep op zijn toehoorders deed met de woorden: "Laat u redden uit dit verdorven mensengeslacht"!

Iedere toehoorder zowel jood als heiden kon alleen gered worden uit dit verdorven/zondige mensengeslacht door te geloven in de dood en opstanding van Jezus Christus. Ieder mens, zowel jood als heiden, is schuldig aan de kruis dood van Christus. Door geloof in de kruisdood van Christus en opstanding als geestelijk wezen met een hemels/verheerlijkt lichaam, zijn we met Hem opgestaan als kind van God. Hij was een kind van de duivel maar door wedergeboorte werd hij een kind van God. Er ligt een scherpe scheiding, maar ook grote vijandschap tussen jood/heiden en een christen. De duivel is door de niet wedergeboren mens (dus ook jood) een grote vijand van een christen. De christenen (uit jodendom en heidendom) zijn dan ook de eerste eeuwen hoofdzakelijk vervolgd door onbekeerde joden.

Een korte herhaling van de geschiedenis
Gods Zoon kwam uit de hemel en werd mens op deze aarde. Hij werd geboren binnen het Joodse volk, ook het volk was een schaduwbeeld. Hoe was de verhouding met het uitverkoren volk?

           Mar.10:33 "We zijn nu op weg naar Jeruzalem, waar de Mensenzoon zal worden uitgeleverd aan de hogepriesters en de schriftgeleerden, die hem ter dood zullen veroordelen en hem zullen uitleveren aan de heidenen".

Jezus moest naar Jeruzalem gaan, de plaats door God  gekozen in het beloofde land, om daar door de leiders van zijn eigen volk ter dood veroordeeld te worden
           Mat.27:23  Pilatus vroeg: Wat heeft hij dan misdaan? Maar ze schreeuwden alleen maar harder: Aan het kruis met hem! 24 Toen Pilatus inzag dat zijn tussenkomst nergens toe leidde, dat het er integendeel naar uitzag dat men in opstand zou komen, liet hij water brengen, waste ten overstaan van de menigte zijn handen en zei: Ik ben onschuldig aan de dood van deze man. Zie het zelf maar op te lossen. 25 En heel het volk antwoordde: Laat het vergieten van zijnbloed ons dan maar worden aangerekend en onze kinderen"!

We kunnen ons afvragen waarom de hogepriester en verder het joodse volk een valse profeet in Jezus zagen, terwijl de heidenen, vertegenwoordigd door de wereldse leider Pilatus, geen geen schuld in Hem zagen

         Joh.8:42 Jezus zeide tot hen(Joden): Indien God uw Vader was, zoudt gij Mij liefhebben, 43 Waarom begrijpt gij niet wat Ik zeg? Omdat gij mijn woord niet kunt horen. 44 Gij hebt de duivel tot vader en wilt de begeerten van uw vader doen. Die was een mensenmoorder van den beginne",

De Farizeeën en schriftgeleerden voelden zich, door de woorden van Jezus, bedreigd in hun positie. Ze verwachten een Messias die hen zou bevestigen, een aardse leider die hen ook van de Romijse overheersing zou verlossen. Nu Jezus hen de waarheid zei en hen kinderen van de duivel noemde konden zij hem niet als verlosser accepteren. Ze waren nageslacht van Abraham, dus ze waren toch al kinderen van God. Het joodse volk begreep niet dat zij een schaduwbeeld waren en de werkelijkheid in Jezus Christus was. Ze hadden het oude verbond(de wet) verbroken en geloofden niet in het nieuwe verbond (het offer van Jezus op Golgotha). De beloften in het O.T.werden alleen een werkelijkheid in Jezus Christus. Ze verwachten een wereldse Verlosser en Koning. Ook Paulus zegt in zijn brief dat de Joden hem en zijn medewerkers, bij het brengen van het evangelie, zeer vervolgd hebben.

        1Thes. 2:15 "die zelfs de Here Jezus en de profeten gedood en ons tot het uiterste vervolgd hebben, die Gode niet behagen en tegen alle mensen ingaan.

Ook de eerste christen gemeente in Judea had zwaar te lijden onder de Joden die niet in Jezus geloofden, maar aan de wet vasthielden en aan de schaduwbeelden (oude verbond) van het O.T

.       Hand.7:52 " Wie van de profeten hebben uw vaderen niet vervolgd? Zelfs hebben zij hen gedood, die geprofeteerd hebben van de komst van de Rechtvaardige, van wie gij nu verraders en moordenaars geworden zijt, 58 en zij wierpen Stefanus de stad uit en stenigden hem".

Paulus wil de later ontstane gemeenten troosten door er op te wijzen dat ook de eerste christenen het meest te lijden hadden van de ongelovige joden.

          1Th.2:14 Het is u vergaan, broeders en zusters, als Gods gemeenten in Judea die Christus Jezus toebehoren. U hebt even zwaar onder uw volksgenoten geleden als zij onder de Joden.

Paulus wil hier zeggen, dat over het algemeen een christen (Gemeente) vervolgd wordt door Joden, die de Here Jezus afwijzen als de beloofde Messias, maar ook dat zij er voor gestraft zullen worden. Deze afwijzing van Jezus (door de Joden) zie je ook bij andere religies die Jezus niet als Verlosser erkennen, b.v. de Islam, het Hindoeïsme, Boeddhisme, enz.

         16 omdat ze ons (christenen) beletten andere volken (heidenen) bekend te maken hoe ze kunnen worden gered. De maat van hun zonden raakt nu vol, en Gods veroordeling/toorn is ten volle over hen (ongelovige joden) gekomen tot het einde".

Paulus benadrukt nog eens dat het Evangelie de enige boodschap van redding is voor Jood en heiden.

          13 Wij danken God dan ook onophoudelijk dat u zijn woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar als wat het werkelijk is: als het woord van God dat ook werkzaam is in u, die gelooft.

Een ander probleem waar de christenen mee te maken kregen, en dat zeker niet minder belangrijk was, was de vermenging van het evangelie met een deel van het oude verbond (de wet). De eerste joden die in Jezus gingen geloven, zeiden dat de verlossing in Christus niet volledig was maar dat een deel van de wet ook nagekomen moest worden. De Joden trachtten zo door vrome, religieuze overleveringen, de Christengemeenten weer in slavernij te brengen.

            Gal.2:4 "en dat met het oog op de binnengedrongen valse broeders, lieden, die waren binnengeslopen, om onze vrijheid, die wij in Christus Jezus hebben, te bespieden, en zo ons tot slavernij te brengen. Gij zijt los van Christus, als gij door de wet gerechtigheid verwacht; buiten de genade staat gij".

In de brief aan de Galaten gaat Paulus met een O.T. voorbeeld uitleggen dat Abraham twee zonen had, één in slavernij geboren (Ismaël) en één volgens Gods belofte geboren (Izaak)

.          Gal. 2:22 Er staat geschreven dat Abraham twee zonen kreeg, de een van een slavin van hem, de ander van zijn vrijgeboren vrouw. 23 Het kind van de slavin werd op natuurlijke wijze geboren, maar het kind van zijn vrouw krachtens Gods belofte. 24 Daarin ligt een diepere zin. Die twee vrouwen belichamen twee verbonden: het ene is dat van de berg Sinai, dat slaven voortbrengt en voorgesteld wordt door Hagar. 25 De Sinai is een berg in Arabië en is het symbool van het huidige Jeruzalem, dat immers met haar kinderen in slavernij verkeert. 26 Maar het tweede is dat van het hemelse Jeruzalem, dat vrij is, en dat onze moeder is".

Paulus legt hier dus uit dat de wereld in slavernij is, ook het huidige Jeruzalem, dus de Joden ook, maar dat het Hemelse Jeruzalem (de Gemeente) vrij is van de slavernij.

             29 maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu 

.Het natuurlijke nageslacht van Abraham de Joden zal altijd het volk van de belofte, voortgekomen Jood en heiden, de Gemeente vervolgen. 
             30 Maar wat zegt het schriftwoord? Zend de slavin weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije. Dat wil zeggen: niet de kinderen van het vlees zijn kinderen Gods, maar de kinderen der belofte gelden als nageslacht

De kinderen der belofte zijn de bovennatuurlijke wedergeboren kinderen van God. De kinderen van het vlees zijn alle niet wedergeborenen. Dat kunnen Joden, Arabieren, Egyptenaren, niet wedergeboren Roomsen of protestanten zijn. Jezus noemt ons broeders (Joh.2:17) en Hij is de eerst geborene van de ganse nieuwe schepping (Rom.8:29). Het schaduwbeeld heeft volkomen afgedaan. Ook onze oude mens moeten we voor dood houden, denk aan de doop (Rom.6:6). Jezus is onze oudste broer. Hij is de eerstgeborene van de ganse nieuwe schepping.

              Ef.2:18 Dankzij Hem hebben wij beiden, Joden en niet-joden, verbonden in één Geest, toegang tot de Vader.

 Alleen dankzij Jezus kan een jood en een heiden, Christen worden en eeuwig leven ontvangen. En wat hij of zij geweest is zal later niemand in de zin komen. Omdat Jezus een zweep maakte en de offerdieren uit de tempel joeg en op een vraag van de farizeeen welk recht Hij daartoe had antwoordde Jezus: breek deze tempel af want Ik ga in 3 dagen een nieuwe tempel bouwen. Hij bedoelde de tempel van zijn lichgaam, de Gemeente) Hier mee eindigde het bestaan van het volk Israel. Het was gelijk aan de volken van de wereld. Ook de hogepriester scheurde zijn klederen en was dus geen hogepriester meer van het joodse volk. Jezus was de nieuwe, eeuwige hogepriester van het hemelse volk, de Gemeente. 

.           Jes. 65:17 Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen.

            1Pet. 1:8 Hem hebt gij lief, zonder Hem gezien te hebben; in Hem gelooft gij, zonder Hem thans te zien, en gij verheugt u met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde,


                                                                             "Zie Ik maak alle dingen nieuw"


MP. Feb. '09.

 

 

                                                                                        

↑ Terug naar boven